Plafondtegels met kantvorm A (inleg) monteren in een zichtbaar ophangsysteem T15 of T24, rekening houdend met een minimale plenumhoogte van ± 120 mm.
De (Gyptone® Line 4) gipsplaattegels inleggen, rekening houdend met de legrichting. Deze is aangegeven door middel van een markering op de rugzijde van de tegel.
Ter plaatse van de lichtpunten in het plafond kunnen de volledig geperforeerde tegels (Gyptone Activ’Air Point 11, Quattro 20, Quattro 50, Line 4 of Sixto 60) vervangen worden door tegels met een niet-geperforeerde middenzone (Gyptone Activ’Air Point 12 of Quattro 22) en/of niet-geperforeerde tegels (Gyptone Activ’Air Base 31) in samenspraak met de opdrachtgever/architect.
In geval van akoestische isolatie, de (Isover Sonepanel) glaswol nauwaansluitend aanbrengen in het plenum zodat een aaneengesloten geheel wordt gevormd.
In geval van thermische en akoestische isolatie onder hellend dak, de (Isover Isoconfort 35 Isover Isoconfort 32) glaswol aanbrengen in een zodanige isolatiedikte dat de beschikbare ruimte volledig wordt opgevuld tot tegen het onderdak indien dit capillair en dampopen is (cfr. TV 251 van het WTCB). De isolatie tussen kepers en/of spanten klemmen. Wanneer een tweede laag wordt aangebracht, deze dwars over de eerste laag aanbrengen om zoveel mogelijk de eventuele koudebruggen (kepers/spanten) te minimaliseren.
De isolatie (eventueel) luchtdicht afwerken door een vochtregulerend (Isover Vario KM Duplex) dampscherm aan te brengen op de onderstructuur.
De verschillende dampschermbanen plaatsen met een overlapping van 100 tot 150 mm, en de naden afkleven met een eenzijdige (Isover Vario KB1) kleefband.
De luchtdichte aansluiting van het vochtregulerende dampscherm met andere bouwdelen verzekeren door het aanbrengen van een dichtingsmastiek (Isover Vario DoubleFit), ononderbroken en met diameter 6 tot 8 mm waarop het vochtregulerende dampscherm licht wordt aangedrukt.
De glaswolplaten en (eventueel) dampremmende laag plaatsen volgens de voorschriften van de glaswolfabrikant .